Zechariah 14:21

Alles is aan de HEERE gewijd

Terwijl buiten Israël het kwaad wordt geoordeeld, is binnen het volk alles “HEILIG VOOR DE HEERE”, dat wil zeggen dat alles aan Hem gewijd is. Het hele leven zal doortrokken zijn van de heiligheid van de HEERE. Het volk zal dan de heilige natie zijn die God altijd voor ogen heeft gestaan (Ex 19:6). Wat vroeger alleen op de tulband van de hogepriester stond (Ex 28:36), staat nu overal op te lezen, wat ook in de praktijk waar zal zijn. Eerder zijn paarden van de vijanden door de vloek getroffen (Zc 14:15), hier dragen paarden bij aan de verheerlijking van de HEERE.

Hetzelfde geldt voor de potten in het huis van de HEERE. Die potten worden als het ware opgewaardeerd tot een dienst die direct met het altaar te doen heeft, dat wil zeggen dat ze bijdragen aan de aanbidding van de HEERE. Alle gewone gebruiksvoorwerpen worden ingezet tot meerdere verheerlijking van God. Voor ons geldt dat nu al. Alles wat we doen, tot het gewone eten en drinken aan toe, behoort te zijn tot eer van God (Ko 3:17; 1Ko 10:31).

Wat geldt voor de potten in het huis van de HEERE, geldt voor “al de potten in Jeruzalem en in Juda” (Zc 14:21). Elk alledaags gebruiksvoorwerp zal aan de HEERE gewijd zijn en tot Zijn eer gebruikt worden. Elk voorwerp door het hele land heen zal zo heilig zijn, dat het in de tempel gebruikt zou kunnen worden.

Met deze voorstelling van zaken wil Zacharia tot het hart van zijn volk spreken. Hij wil dat ze aan die toekomstige tijd denken en er dan voor zorgen dat ze alles daarmee in overeenstemming brengen. Ook voor ons is het zaak om ernst te maken met het huis van God, de gemeente. Dit betekent dat we alles in ons hele leven, zeven dagen per week en vierentwintig uur per dag, daaraan toewijden. Alles in Gods gemeente moet gaan dienen tot meerdere glorie van Hem van Wie het huis is.

Alles wat steeds de dienst aan de HEERE in gevaar heeft gebracht, zal er dan niet meer zijn. De kooplieden – dat is de betekenis van de naam Kanaäniet – zullen er niet meer zijn om van de dingen van de Heer koopwaar te maken. De Heer heeft als eerste handeling in de tempel het huis van Zijn Vader van kooplieden gereinigd (Jh 2:16). De tijd dat godsdienst koopwaar is, is voorgoed voorbij. Het oordeel over de rooms-katholieke kerk als economische macht geeft dat aan (Op 18:15-24).

Copyright information for DutKingComments