Zechariah 2:11

De HEERE woont in hun midden

Deze oproep tot de dochter van Sion om te juichen en zich te verblijden (Zc 2:10) zal klinken als de Heer Jezus op aarde is teruggekeerd. Die vreugde-uitingen zullen worden gehoord als de wolk van de heerlijkheid, waarin de HEERE woont, weer in de tempel zal wonen. Altijd weer is de aanwezigheid van de Messias te midden van Zijn volk in de profeten de reden tot juichen. Dat ziet niet op Zijn eerste komst naar de aarde, maar op Zijn tweede.

De bron van alle zegen ligt in het wonen van God te midden van Zijn volk. Dat is vanaf het begin het teken geweest dat zij Zijn verloste volk zijn (Ex 15:8). De zegen van de nieuwe aarde zal zijn dat God in Zijn tabernakel, dat is de gemeente, bij de mensen zal wonen (Op 21:3). De plaatselijke gemeente mag die zegen nu al kennen (Mt 18:20).

In Zc 2:11 wordt voor de derde keer, na de Zc 2:5; 10, gesproken over het wonen van de HEERE te midden van Zijn volk. Hier spreekt een Mens Die zegt dat de HEERE Hem heeft gezonden. Die Mens is de HEERE Zelf. Hij woont als de HEERE, Jahweh, te midden van Zijn volk en zegt ook dat Jahweh Hem heeft gezonden. Zijn aanwezigheid in Zijn volk zal veel heidenvolken aantrekken omdat zij ook de zegen van Zijn aanwezigheid willen genieten.

De Heer Jezus is de van de Vader Gezondene. Zijn aanwezigheid in het midden van de gemeente is het bewijs van Zijn zending.

Copyright information for DutKingComments