Zechariah 4:2

De kandelaar en de twee olijfbomen

Zacharia is gewekt. Hij is ontwaakt. Dan stelt de HEERE hem de vraag wat hij ziet. De vraag dwingt Zacharia nauwkeurig te kijken. Hij wordt opgeroepen om de grootste aandacht te geven aan wat hij ziet. Dan kan hij gedetailleerd beschrijven wat hij ziet. Hij ziet “een kandelaar, geheel van goud”. Zo een heeft er in de tabernakel gestaan (Ex 25:31-40).

Zacharia ziet ook hoe de olie, waardoor de zeven lampen van de kandelaar kunnen branden, naar die lampen gevoerd wordt. Aan de bovenkant van de kandelaar zit een olievaatje. Vanuit dit olievaatje lopen zeven toevoerbuisjes naar elk van de zeven lampen. Via deze toevoerbuisjes stroomt de olie naar de lampen. De olie in het olievaatje wordt geleverd door twee olijfbomen. Van de olijfbomen wordt de olie door twee toevoerbuizen naar het olievaatje aan de bovenkant van de kandelaar getransporteerd. Zo kan de kandelaar voortdurend blijven branden. Van de twee bomen staat er een aan de rechterkant en een aan de linkerkant van de kandelaar.

Dit beeld laat de constante, onbegrensde en door God bestuurde toevoer zien voor het licht dat Hij door middel van Zijn volk wil verspreiden. Hieraan komt geen menselijke hulp te pas, zoals dat wel bij de verzorging van het licht in de tabernakel en de tempel het geval is geweest. Alleen als Gods Geest – de olie is een beeld van Hem (1Jh 2:20; 27) – elk detail bestuurt, kan de dienst tot heerlijkheid van God zijn.

De kandelaar is een beeld van de Heer Jezus. Hij is het licht van de wereld. We zien daarin de kracht van de Heilige Geest, die uitgaat van Christus, de Gezalfde. Zoals de kandelaar de lampen draagt, zo draagt de Heer Jezus de gelovigen. Tegen ons, de volgelingen van Christus, wordt gezegd dat wij het licht van de wereld zijn (Mt 5:14). Wij moeten onze lampen laten branden en ons licht laten schijnen in de wereld (Lk 12:35; Fp 2:15; Op 1:20). Daarvoor hebben wij de kracht van de Heilige Geest nodig.

Copyright information for DutKingComments