Zechariah 6:11

De Spruit

Zacharia moet van het zilver en het goud kronen maken (Zc 6:11). Die moet hij vervolgens op het hoofd van Jozua, de hogepriester, plaatsen. Een kroon hoort niet bij een hogepriester, maar op het hoofd van een koning, in dit geval op het hoofd van Zerubbabel, die uit de lijn van David is. God wil echter laten zien dat Koning en Priester Zich in de Persoon van de Messias verenigen. Het plaatsen van de kronen op het hoofd van de hogepriester spreekt zinnebeeldige taal.

Zacharia moet Jozua de betekenis van deze handeling uitleggen, opdat Jozua niet zal denken dat hij de eigenlijke koning is. Hij moet dat doen uit Naam van de HEERE van de legermachten, een naam die in het vervolg van het boek vaak wordt genoemd. Het is de naam die aangeeft dat de HEERE alle macht over alle aardse en hemelse legermachten heeft.

De kronen worden verbonden met de Spruit Die zal komen (Js 4:2; Jr 23:5; Jr 33:15-17). De oproep “zie, een Man” doet denken aan wat Pilatus zegt: “Zie, de Mens” (Jh 19:5). De Spruit is de Messias uit het huis van David. Spruit wil zeggen ‘voortspruiten uit’ (Js 53:2). Hij zal “uit Zijn plaats opkomen”, of uitspruiten, dat wil zeggen uit Sion of Jeruzalem. De Redder zal uit Sion komen (Rm 11:26; Ps 14:7), niet tot Sion. Hij wordt Sion toegerekend, Hij hoort bij Sion (Ps 87:5-6).

Jozua is hier in zijn ambt een type van de Messias, Die Koning-Priester zal zijn, “Hij zal Priester zijn op Zijn troon” (Zc 6:13). Hij zal uitspruiten “uit de [afgehouwen] stronk van Isaï” (Js 11:1). Hij komt uit Zijn eigen volk voort. En Hij zal de heerlijke tempel van het vrederijk bouwen, die we vinden in Ezechiël 40-43. Het gaat hier over de toekomstige tempel.

Copyright information for DutKingComments