Zechariah 6:6-8

Waarheen de paarden uittrekken

Over de rode paarden, waarbij we aan Babel kunnen denken, wordt niets meer gezegd omdat dit rijk al voorbij is. De zwarte paarden stellen de Meden en Perzen voor. Zij gaan naar het noorden waar het Babylonisch wereldrijk is en onderwerpen dat aan zich. Dan komen de witte paarden, die het Grieks-Macedonische wereldrijk voorstellen, en veroveren het Medisch-Perzische wereldrijk. Daarna komen de paarden die het Romeinse wereldrijk voorstellen die ook het land van het zuiden, dat is Egypte, veroveren, waardoor Egypte een provincie van het Romeinse rijk wordt.

De sterke paarden, de Romeinen, willen de hele aarde onderwerpen en niet alleen het land in het noorden en het land in het zuiden. Zij kunnen hun verlangen alleen vervullen onder Gods toestemming. Dat zijn zij zich niet bewust. We lezen dat ook niet in de geschiedenisboeken. Maar voor het geloof is dit de werkelijkheid.

Gods Geest komt tot rust in het oordeel

God roept Zacharia en spreekt dan tot hem. Dat het roepen van God aan Zijn spreken voorafgaat, betekent dat dit roepen een dringende oproep tot aandacht is voor wat Hij gaat zeggen. Hij vertelt Zacharia dat Hij het oordeel over Babel heeft gewild om Zijn Geest tot rust te laten komen. Dit is ten tijde van Zacharia verleden tijd.

Gods Geest had geen rust toen Zijn volk in Babel verbleef. Hij werkte in Kores de oproep tot Zijn volk dat het naar zijn land kon terugkeren (Ea 1:1-3). Kores heeft de oordelen van God over de Chaldeeën voltrokken. Hij heeft Gods volk geholpen, begunstigd en verlost. Dit alles is zeer aangenaam voor God. Dat heeft Zijn Geest tot rust gebracht en verkwikt.

Copyright information for DutKingComments