Zechariah 6:9

Zacharia moet gaven in ontvangst nemen

Als alle aangematigde gezag terzijde is gezet en Gods Geest tot rust is gekomen door de uitgeoefende oordelen, is het de tijd voor God om het door Hem erkende gezag te laten zien. Dat gebeurt in de volgende boodschap. Die komt niet zoals de vorige boodschap in een visioen, maar door “het woord van de HEERE” (Zc 6:9).

De HEERE zegt tegen Zacharia dat er drie mannen uit Babel komen, die daar nog wonen, om hem een bezoek te brengen. Zij worden bij name genoemd. De drie vormen in Babel een overblijfsel en stellen hen voor die in de laatste dagen, die nu nabije toekomst zijn, naar Israël zullen terugkeren. Niet allen die in Babel zijn gebleven, hebben zich van Gods volk vervreemd. Hoewel het ernstige woord om uit Babel weg te vluchten ook tot hen is gekomen (Zc 2:6), zijn zij daar toch gebleven.

Nu verrichten zij een daad van geloof die uitsteekt boven het gedrag van de teruggekeerden. Zij brengen een grote gift voor de tempelbouw. Dat is een stimulans voor de anderen. God bewerkt door de verdrukking van de ballingschap winst voor Zijn huis.

Ze komen met gaven, met zilver en goud (Zc 6:11). Veel zilver en goud wordt gevonden bij hen die, door de oefening van de ballingschap, hebben geleerd om Jeruzalem en het huis van God te waarderen. Zilver spreekt van wat God is als gekend in de genade van de verzoening. Goud doet ons denken aan de heerlijkheid van God.

Zacharia moet nog op dezelfde dag dat hij de opdracht krijgt, naar het huis van Josia, de zoon van Zefanja, gaan. Josia betekent ‘Jahweh ondersteunt’, Zefanja betekent ‘Jahweh beschermt’. In het huis dat met deze namen verbonden is, vindt de ontmoeting plaats. Het gezantschap uit Babel is daar al en Zacharia moet zich daar bij hen voegen.

Copyright information for DutKingComments