Zephaniah 1:8

De straf van de HEERE

“De dag van het offer van de HEERE” is de dag van het oordeel dat Hij over de afvalligen en ongelovigen brengt (Zf 1:8). Zij hebben het Offer, Zijn Zoon, verworpen en zullen nu zelf ten offer vallen aan het oordeel. De eersten die worden geslacht, zijn “de vorsten” die de gewoonten van de heidenen hebben overgenomen. Zij zijn de meest verantwoordelijken. Zij hadden leiders in het goede moeten zijn in plaats van in het kwade. “De koningskinderen” zijn waarschijnlijk de kinderen van Zedekia (2Kn 25:7; Jr 39:6).

De “uitheemse kleding” kan verwijzen naar de kleding van de Babyloniërs, waarin de Judeeërs graag liepen (Ez 23:14-15). Hun voorliefde daarvoor verraadt de slechte gezindheid van hun hart. De HEERE wil dat in hun kleding wordt gezien dat ze een volk zijn dat voor Hem apart is gesteld (Nm 15:38; Dt 22:11-12).

In de toepassing ziet de “uitheemse kleding” op allerlei uiterlijkheden die Gods volk overneemt van de wereld, waardoor blijk wordt gegeven van een innerlijke vervreemding van God en Zijn Woord. Ons taalgebruik en onze manier van leven, waaronder ook de manier waarop we ons kleden, verraden de gerichtheid van ons hart. Kleding kan veel te doen hebben met het heidendom. Kleding is vaak immoreel. Wie dergelijke kleding draagt, predikt door de lichaamstaal afval van God.

“Over de drempel springen” lijkt te slaan op de ijver waarmee slaven van rijke heren over de drempel van hun huizen springen, dat wil zeggen hun huizen verlaten, om de eigendommen van anderen te roven om hun heren nog rijker te maken. Hierbij gebruiken ze geweld en bedrog, zodat de huizen van de rijken worden gevuld met goederen die ze hebben verkregen door geweld en bedrog.

Copyright information for DutKingComments