1 Chronicles 13:10-11

10Toen ontstak de toorn des Heeren over Uza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods.
 ontstak Niemand mocht de ark met de hand aanroeren, dan alleen de priesters, Num 4:15 , van welk geslacht Uza niet was, hoewel hij een Leviet was.
11En David ontstak, dat de Heere een scheur gescheurd had aan Uza; daarom noemde hij diezelve plaats Perez-uza, tot op dezen dag.
 ontstak, Zie 2Sa 6:8 .
,
 hij diezelve plaats Te weten, David, gelijk 2Sa 5:20 .
,
  Perez-uza, Dat is, scheur, of reet van Uzoe.
,
  tot op dezen dag De reden zou aldus vol zijn: Welke zo heet tot op dezen dag.
Copyright information for DutSVVA