1 Chronicles 23:13

13De kinderen van Amram waren Aäron en Mozes. Aäron nu werd afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des Heeren, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen.
 dat hij heiligde Te weten, om de heilige dingen heiliglijk te mogen behandelen en bedienen, waartoe dezelve van God geheiligd en verordineerd waren; onder deze heilige dingen kan men verstaan de beide altaren, de tafel, den gouden kandelaar, de ark des verbonds, enz.; wanneer iemand anders dan de priesters deze dingen aanroerde, zo wordt gezegd dat die dingen veronreinigd of ontheiligd werden.
,
 de allerheiligste Hebreeuws, de heiligheid der heiligheden.
,
  te zegenen Zie den vorm van zegening, Num 6:24 .
Copyright information for DutSVVA