1 Chronicles 25:2-3

2Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja, en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen profeteerde.
  Asarela, Hij wordt Jesarela genoemd; onder, vs.14.
,
 aan de hand van Asaf, Dat is, naar het beleid, instructie, ordinantie, enz.
,
 aan des konings De koning maakte en dichtte de psalmen en geestelijke liederen, die de zangers zongen, die hierin als een profeet gehandeld heeft. Zie boven, 1Ch 23:6 .
,
 profeteerde Dat is, God loofden met het zingen van psalmen en geestelijke gezangen, door David en andere profeten gemaakt, dezelve ook op muzikale instrumenten spelende. Aldus wordt het woord profeteren ook genomen, vs.3, enz., 1Sa 19:20 en elders meer.
3Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den Heere te danken en te loven.
 Zeri, Hij wordt Jizri genoemd, vs.11.
,
 zes; Versta hierbij, ook Semeï, uit vs.17. Hij moet er noodzakelijk bij zijn, anders zouden er hier maar vijf genoemd worden.
Copyright information for DutSVVA