1 Chronicles 26:20-21

20Ook was, van de Levieten, Ahia over de schatten van het huis Gods, en over de schatten der geheiligde dingen.
 en Anders, dat is, of te weten, gelijk de letter van genomen wordt Jdg 7:24 , en 1Sa 28:3 , enz.
,
 over de schatten Hier staat aan te merken dat er verscheidene schatten in het huis des Heeren geweest zijn; want vooreerst werd daar verzameld hetgeen tot onderhoud der priesters en der Levieten gegeven werd, als, daar waren de eerstelingen en de tienden, of de waarde derzelve; daarna, wat den Heere geheiligd werd, als vrijwillig offer, beloften, het losgeld voor de eerstgeborenen en dergelijke, waarvan de onkomsten genomen werden tot het dagelijkse offer, idem, tot de offeranden op de sabbaten, nieuwe maanden en jaarlijkse feestdagen, enz. Ten derde, zo werd er ook geld vergaderd tot den bouw des tempels en de onderhouding deszelven. Zie onder, vs.26-28.
21Van de kinderen van Ladan, kinderen van den Gersoniet Ladan; van Ladan, den Gersoniet, waren hoofden der vaderen Jehieli.
 Ladan, Anders, Libni.
,
  van Ladan, den Gersoniet Boven, 1Ch 23:8 worden Zetham en Joël genoemd kinderen van Ladan, òf omdat het zijne kindskinderen waren, òf dat zij waarlijk zijn kinderen en broeders van Jehiëli zijn geweest, en dat hier Zetham en Joël kinderen van Jehiëli zijn genaamd geweest, naar de namen van hun oom.
Copyright information for DutSVVA