1 Chronicles 27:1

1Dit nu zijn de kinderen Israëls naar hun getal, de hoofden der vaderen, en de oversten der duizenden en der honderden, met hun ambtlieden, den koning dienende in alle zaken der verdelingen, aangaande en afgaande van maand tot maand in al de maanden des jaars; elke verdeling was vier en twintig duizend.
 der verdelingen, Dat is, der orden, in welke David het krijgsvolk verdeeld had.
,
 van maand tot maand Versta, dat naar de verdeling bij David gemaakt, de twaalf kolonellen met hun krijgsvolk een maand lang hun wachten en tochten doen moesten, veranderende hun beurten alle maanden. En wat er voor zaken of zwarigheden voorvielen, waar krijgsmacht toe van node was, daartoe moesten dezen vaardig wezen, wier maand en beurt het was. Zodat dezen waren als legiones, of benden van ordinantie, die ten dienste des konings en des lands altijd moesten vaardig zijn.
Copyright information for DutSVVA