1 Chronicles 5:19-22

19En zij voerden krijg tegen de Hagarenen, en tegen Jethur, en Nafis, en Nodab.
 Jethur, Nafis, Nodab Zie van dezen Gen 25:15 , waar te zien is dat zij Israëlieten geweest zijn.
20Doch zij werden geholpen tegen hen, en de Hagarenen werden in hun hand gegeven, en allen, die met hen waren; omdat zij tot God riepen in den krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden, dewijl zij op Hem vertrouwden.
 werden geholpen Te weten, van God, vs.22.
,
 tegen hen, Te weten, tegen de Hagarenen.
21En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen. 22Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd werden.
 verwonden, Dat is, die dodelijk verwond zijnde, van de kwetsuur stierven.
,
 van God was; Dat is, God streed voor hen tegen hun vijanden.
,
 gevankelijk Te weten, naar Assyrië. Zie 2Ki 17:6 , en 2Ki 15:29 .
Copyright information for DutSVVA