1 Chronicles 6:31-32

31Dezen nu zijn het, die David gesteld heeft tot het ambt des gezangs in het huis des Heeren, nadat de ark tot rust gekomen was.
 tot het ambt Hebreeuws, aan de hand des gezangs van het huis des Heeren.
,
  nadat de ark Hebreeuws, na de rust van de ark; dat is, nadat de ark des verbonds in Davids huis gebracht was, 2Sa 6:17 , want tevoren werd zij van de ene plaats in de andere gebracht.
32En zij dienden voor den tabernakel van de tent der samenkomst met gezangen, totdat Salomo het huis des Heeren te Jeruzalem bouwde; en zij stonden naar hun wijze in hun ambt.
 naar hun wijze Dat is, naar de order, die hun verordineerd was.
Copyright information for DutSVVA