1 Corinthians 1:21-24
21Want nademaal, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven; ▼ , ▼ , ▼▼ door de wijsheid, Door hun natuurlijk verstand en rede.
,
▼▼ de dwaasheid der Dat is, door de prediking des gekruisigden Christus, die de wereldse mensen voor dwaasheid houden, vs.23.
22Overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid zoeken; ▼
,
▼▼ wijsheid zoeken; Dat is, redenen, die van het menselijk vernuft voor wijsheid gehouden worden.
23Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; ▼
,
▼▼ een dwaasheid; Namelijk dat wij het leven door den dood van een gekruisigden mens zouden verwerven.
24Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. ▼
,
▼▼ prediken wij Hierdoor kan verstaan worden, òf de predikatie van Christus, welke tevoren, vs.18, ook de kracht Gods is genoemd; òf Christus zelf, die de macht en wijsheid Gods genoemd wordt, omdat Hij is het uitgedrukte beeld van den persoon des Vaders, door welken Hij Zijn goddelijke macht en wijsheid, in het verlossen des mensen, boven alle dingen heeft betoond, vs.30. Zie Pro 8:1 ; Mat 11:19 ; Luk 11:49 .
Copyright information for
DutSVVA