1 Corinthians 1:29-31

29Opdat geen vlees zou roemen voor Hem.
 geen vlees Dat is, geen mens, gelijk Gal 2:16 , namelijk alsof er iets in hem ware, waardoor God bewogen zou zijn om hem deze genade meer dan andere te doen.
30Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing;
 uit Hem zijt Dat is, uit Zijne genade en kracht; gelijk Rom 11:36 . Zie 1Jo 4:1-2 , 1Jo 4:4 , 1Jo 4:6 .
,
 in Christus Dat is, met Christus, door het geloof verenigd; Rom 8:1 .
,
 wijsheid van Dat is, een oorzaak en stof van alle rechte wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiligmaking.
,
 verlossing Namelijk van alle kwaad en ellenden des lichaams en der ziel, welke volkomen zal geschieden ten uitersten dage, die daarom de dag der verlossing genaamd wordt; Eph 4:30 . Zie ook Luk 21:28 ; Rom 8:23 .
31Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere.
 roeme in den Dat is, alles Hem alleen toeschrijve, met dankzegging; Jer 9:23 .
Copyright information for DutSVVA