1 Corinthians 12:10

10En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen.
 de werkingen der krachten; Hierdoor wordt verstaan de gave om wonderen te doen, niet alleen tot hulp en dienst der mensen, maar ook tot straf der huichelaars of vijanden van Christus en van Zijne leer. Zie Act 5:5 , in Petrus, en Act 13:11 , in Paulus.
,
 profetie; en een Dat is om toekomende dingen zekerlijk tevoren te zeggen, welke gave gehad hebben Agabus, Act 11:27-28 , en Act 21:10 ; de vier dochters van Filippus, Act 21:9 , of ook om de profetische schriften uit te leggen, tot stichting, vermaning en vertroosting, 1Co 14:3 ; zie Rom 12:7 . Dan, hier schijnt het voor de eerste soort van profeteren genomen te worden.
,
 onderscheidingen der geesten; Dat is, de gave om de oprechte en valse leraars te onderkennen, en de gemeente voor de valse te waarschuwen. Zie 1Jo 4:1 .
,
 menigerlei talen; Gr. soorten van tongen; namelijk die zij niet geleerd hebben, maar die zij door een bijzonder wonder en goddelijke onderwijzing en ingeven kunnen spreken. Zie Mar 16:17 , en Act 2:4 .
,
 der talen Gr. der tongen; dat is, die hetgeen in een onbekende taal geschreven of gesproken was, met een bekende taal duidelijk konden uitleggen en anderen, die dezelve niet verstaan, verklaren.
Copyright information for DutSVVA