1 Corinthians 13:9-10

9Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele;
 wij kennen Namelijk nu in dit leven.
,
 ten dele, en Niet dat wij nu zouden weten al wat ons tot de zaligheid nodig is, Joh 16:13 ; 1Co 1:5 ; 2Ti 3:15 , maar de apostel spreekt alzo ten aanzien en in vergelijking van de kennis, die wij van goddelijke zaken zullen hebben in het toekomende leven, bij welke deze onze kennis, die wij nu hebben, maar een klein deel is te rekenen.
10Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.
 het volmaakte Dat is, de volmaakte kennis van goddelijke zaken, zoveel een bloot mens zal kunnen vatten, en ons tot volmaakte vreugde en zaligheid zal nodig zijn.
,
 zal gekomen zijn, Hetwelk eerst wezen zal in het toekomende leven.
,
 ten dele is, Dat is, deze onvolmaakte kennis. Zie vs.8.
Copyright information for DutSVVA