1 Kings 1:20

20Maar gij, mijn heer koning, de ogen van het ganse Israël zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zal.
 de ogen Dat is, het ganse Israël wacht en hoopt op u, dat gij vóór uw dood uw navolger in het koninkrijk openlijk verklaren zult. Zie gelijke manier van spreken 2Ch 20:12; Psa 145:15.
Copyright information for DutSVVA