1 Kings 1:31

31Toen neigde zich Bathseba met het aangezicht ter aarde, en boog zich neder voor den koning, en zeide: Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid!
 Mijn heer Dat is een manier van groeten, waarmede de koningen en prinsen toegesproken werden. Van welke zie ook Dan 2:4, en Dan 3:9, en Dan 5:10, en Dan 6:7.
,
 in eeuwigheid Dat is, een zeer langen tijd. Zij wil zeggen dat zij niet wenste om des konings dood, als zij verzocht dat het recht der successie op haar zoon bevestigd zou worden, maar bad God, niettegenstaande haar verzoek, om des konings lang leven. Alzo wordt het woord olam voor een langen en onbepaalden tijd genomen, onder, 1Ki 2:33; Dan 2:4.
Copyright information for DutSVVA