1 Kings 1:33

33En de koning zeide tot hen: Neemt met u de knechten uws heren, en doet mijn zoon Salomo rijden op de muilezelin, die voor mij is; en voert hem af naar Gihon.
 uws heren, Dat is, mijn knechten, die mij tot nu toe getrouwelijk gediend hebben. Anders, uwer heren, in het getal van velen; dat is, mijn en Salomo's knechten. Versta door dezen des konings trawanten, lijfwacht, en die in den oorlog rondom zijn persoon vochten.
,
 rijden op de muilezelin, Dit was een teken der koninklijke waardigheid en eer, tot welke de koning iemand verheffen wilde. Vergelijk Gen 41:43; Est 6:8.
,
 Gihon De naam van een fontein, vloeiende aan de westzijde van den berg Zion, 2Ch 32:30, en is te onderscheiden van een rivier van het paradijs, ook zo genoemd, Gen 2:13.
Copyright information for DutSVVA