1 Kings 1:38

38Toen ging Zadok, de priester, af, met Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en de Krethi en de Plethi, en zij deden Salomo rijden op de muilezelin van den koning David, en geleidden hem naar Gihon.
 Krethi en de Plethi, Versta, de trawanten en krijgslieden, die gewoonlijk in tijd van vrede of oorlog op den persoon des konings achtnamen, welke boven, vs.33, zijn knechten genaamd worden. Zie van dezen ook 2Sa 8:18, en 2Sa 15:18.
Copyright information for DutSVVA