1 Kings 15:26
26En hij deed wat kwaad was in de ogen des Heeren, en wandelde in den weg zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israël had doen zondigen. ▼
,
▼▼ wandelde In zijner vorouderen weg te wandelen, is hen na te volgen, òf in het goede, dat is, in hun geloof en goede werken,
1Sa 8:3;
2Ki 22:2;
2Ch 17:3; òf in het kwade, dat is, in hun ongeloof en zonden, gelijk hier en onder, vs.34, en
1Ki 16:19, en
1Ki 22:53.
,
▼▼ zijn zonde, Versta, de zonde der afgoderij. Zie boven,
1Ki 14:16.