‏ 1 Kings 15:27

27En Baësa, de zoon van Ahia, van het huis van Issaschar, maakte een verbintenis tegen hem, en Baësa sloeg hem te Gibbethon, hetwelk der Filistijnen is, als Nadab en gans Israël Gibbethon belegerden.
 Ahia, Een ander dan Ahia, de profeet van Silo, boven, 1Ki 11:29, en dan Ahia, de schrijver van Salomo, boven, 1Ki 4:2, en dan Ahia de priester, 1Sa 14:3, enz.
,
 huis van Issaschar, Dat is, van den stam van Issaschar; alzo wordt gezegd het huis Efraïms, Jdg 10:9; het huis van Juda, Hos 1:7; het huis van Levi, Psa 135:20, enz.
,
 maakte een verbintenis Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk binden, aanbinden. Daarom als het van de gemoederen der mensen gebruikt wordt, zo is het wel somtijds genomen in het goede, voor ene verbintenis der liefde, gelijk Gen 44:30, maar zeer dikwijls voor een verbintenis der vijandschap, waardoor heimelijke samenspanningen tegen personen of staten gemaakt worden, gelijk hier en 1Sa 22:8, en onder, 1Ki 16:9, 1Ki 16:20, en 2Ki 10:9, en 2Ki 12:20; Neh 4:8; Amo 7:10.
,
 Gibbethon, Een stad, gelegen in den stam van Dan, Jos 19:44, die den Levieten tot woning geëigend was, Jos 21:23, maar van de Filistijnen overheerd en bewoond, en daarom van Nadab alsnu belegerd, doch niet gewonnen; en is de belegering naderhand van de Israëlieten hervat geworden. Zie onder, 1Ki 16:17.
Copyright information for DutSVVA