1 Kings 18:19

19Nu dan, zend heen, verzamel tot mij het ganse Israël op den berg Karmel, en de vierhonderd en vijftig profeten van Baäl, en de vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel van Izebel eten.
 Nu dan, Te weten, opdat gij van deze droogte verlost wordt. Want in dat bevel is de belofte begrepen, dat God het land van die verlossen zou, indien hij dit nakwam.
,
 Karmel, Gelegen in den stam van Issaschar bij de Middellandse zee, Jos 19:26; Jer 46:18. Deze berg was zeer hoog, Amo 9:3, wel bewassen met bomen, wijngaarden en welriekende kruiden; in somma, zeer vruchtbaar, Isa 35:2; op deze berg heeft zich ook de profeet Elisa onthouden, 2Ki 4:25, en is te onderscheiden van den berg Karmel, gelegen in den stam van Juda, in de woestijn Maon, waar Nabal woonde; 1Sa 25:2.
,
 van het bos, Te weten, het afgodische bos, waarvan te zien is boven, 1Ki 16:33. Van zulke bossen, zie Exo 34:13; Deu 7:5, met de aantekeningen. Anders, bosgod, of, boomgod.
,
 van de tafel Of, aan de tafel.
Copyright information for DutSVVA