1 Kings 19:12-13

12En na de aardbeving een vuur; de Heere was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.
 het suizen Te weten, waarin het geruisch niet was, als van een sterken wind, of geweldige aardbeving, of aangestoken vuur.
13En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een stem kwam tot hem, die zeide: Wat maakt gij hier, Elia?
 dat hij zijn aangezicht Te weten, uit eerbied en vrees. Zie Exo 3:6, en vergelijk de aantekeningen Gen 16:13.
,
 mantel, Of, overkleed. Zie Jon 3:6.
,
 Wat maakt gij hier, Hebreeuws, wat is u hier, enz.
Copyright information for DutSVVA