1 Kings 19:6
6En hij zag om, en ziet, aan zijn hoofdeinde was een koek op de kolen gebakken, en een fles met water; alzo at hij, en dronk, en leide zich wederom neder. ▼▼ koek Hebreeuws, een koek der kolen; dat is, een koek op de kolen gebakken, of gebraden. Zie
Gen 18:6.
,
▼▼ en legde Hebreeuws, en hij keerde wederom, en legde zich neder; dat is, hij legde zich wederom neder. Zie
Num 11:4.