1 Kings 2:15

15Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israël zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den Heere hem geworden.
 mijn was, Te weten, omdat ik de oudste van mijns vaders zonen ben. Zie boven, 1Ki 1:5.
,
 zijn aangezicht Dat is, had zijn ogen op mij geworpen, hopende dat het koninkrijk mijne zou worden, en mij hetzelve gunnende. Vergelijk Jer 42:15 met de aantekening.
,
 want het is van den HEERE hem geworden Hij gelaat zich dat hij zijn broeder Salomo het koninkrijk gunde, misbruikende tot dit einde den naam des Heeren, en zeer listiglijk verbergende zijn voornemen, hetwelk was door middel van de Sunamietische een aanhang te maken, en alzo het koninkrijk tot zich te trekken, hetwelk de koning Salomo terstond wel gemerkt heeft, gelijk blijkt uit vs.22.
Copyright information for DutSVVA