1 Kings 2:15
15Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israël zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den Heere hem geworden. ▼ , ▼ , ▼▼ want het is van den HEERE hem geworden Hij gelaat zich dat hij zijn broeder Salomo het koninkrijk gunde, misbruikende tot dit einde den naam des Heeren, en zeer listiglijk verbergende zijn voornemen, hetwelk was door middel van de Sunamietische een aanhang te maken, en alzo het koninkrijk tot zich te trekken, hetwelk de koning Salomo terstond wel gemerkt heeft, gelijk blijkt uit vs.22.
Copyright information for
DutSVVA