1 Kings 21:7

7Toen zeide Izebel, zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over Israël regeren? Sta op, eet brood, en uw hart zij vrolijk; ik zal u den wijngaard van Naboth, den Jizreëliet, geven.
 regeren? Hebreeuws, doen; dat is, regeren, bedienen, handhaven. De zin is dat hij niet waardig zou zijn koning over Israël te wezen, indien hij zoveel verstand of courage niet had, waarmede men een Naboth bedwingen en hem zijn wijnberg afhandig kon maken.
,
 vrolijk; Hebreeuws, zij goed; dat is, vrolijk. Zie goed, voor vrolijk, Jdg 16:25, en Jdg 18:20; 1Sa 25:8, 1Sa 25:36.
Copyright information for DutSVVA