1 Kings 22:6
6Toen vergaderde de koning van Israël de profeten, omtrent vierhonderd man, en hij zeide tot hen: Zal ik tegen Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zal ik het nalaten? En zij zeiden: Trek op, want de Heere zal ze in de hand des konings geven. ▼▼ de profeten, Het schijnt dat dezen zouden mogen geweest zijn de vierhonderd profeten van het afgodische woud, van hetwelk gesproken is boven,
1Ki 18:19, en niet verschenen voor Elia, op den berg Karmel, met de vier honderd en vijftig profeten Baäls. Zie in
1Ki 18:22 de aantekeningen.