‏ 1 Kings 22:8

8Toen zeide de koning van Israël tot Josafat: Er is nog een man, om door hem den Heere te vragen; maar ik haat hem, omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad: Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: De koning zegge niet alzo!
 den HEERE Merk dat deze afgodendienaars nog willen schijnen den waren God recht te kennen en te zoeken, om hem te gehoorzamen.
,
 goeds Dat is, dat mij aangenaam is. Zie boven, 1Ki 1:42.
,
 Micha, Die te onderscheiden is van den profeet Micha, toegenaamd de Morasthiet, omdat hij in de stad Morasa geboren was, Mic 1:1, die geleefd heeft ten tijde der koningen van Juda, Jotham, Achaz en Hizkia.
,
 zegge niet alzo Dat is, haat den persoon niet om des woords wil, en versmaad het woord niet om des persoons wil.
Copyright information for DutSVVA