1 Kings 5:13-14

13En de koning Salomo deed een uitschot opkomen uit gans Israël; en het uitschot was dertig duizend man.
 uitschot Hierdoor wordt verstaan een schatting niet van goed of geld, maar van personen en mannen, die verkoren en opgenomen werden om op het gebergte Libanon, tot de bouwing van den tempel, hout te houwen, enz. Vergelijk onder, 1Ki 9:21, en de aantekeningen.
14En hij zond hen naar den Libanon, tien duizend des maands bij beurten; een maand waren zij op den Libanon; twee maanden elk in zijn huis; en Adoniram was over dit uitschot.
 bij beurten; Hebreeuws, met veranderingen.
,
 was over dit uitschot Dat is, hij had last om dit uitschot op te nemen, of opzicht daarover te hebben nadat het opgenomen was; of beide was het hem toevertrouwd. Zie van dezen Adoniram ook boven, 1Ki 4:6.
Copyright information for DutSVVA