1 Kings 6:9-10

9Alzo bouwde hij het huis, en volmaakte het; en bedekte dat huis met gewelven en rijen van cederen.
 bedekte Te weten, van binnen aan zijn dak.
,
 gewelven Hebreeuws, naar sommiger gevoelen, ruggen.
,
 rijen van cederen Hebreeuws, ordeningen in, of, met cederen; dat is, met ordelijke samenhechting van cederen balken, planken, of berderen.
10Hij bouwde ook de kameren aan het ganse huis, van vijf ellen in haar hoogte; en hij voegde ze vast aan dat huis met cederenhout.
 hij voegde Dat is, hij legde ze en paste ze op de inkorting van den muur des tempels. Zie boven, vs.6.
Copyright information for DutSVVA