1 Kings 7:17

17De netten waren van nettenwerk, de banden van ketenwerk voor de kapitelen, die op het hoofd der pilaren waren; zeven waren voor het ene kapiteel, en zeven voor het andere kapiteel.
 De netten De zin is dat het opperste deel, of de kroon des kapiteels bestond uit een zeer kunstige samenvlechting van loof, bloemen en vruchtenwerk in zekere orden door bandjes aan elkander gans sierlijk gehecht. Vergelijk 2Ch 3:16.
,
 nettenwerk, Of, van gevlochten, of van traliewerk.
,
 zeven waren Dit getal verstaan enigen van de orden des lofwerks en van de snoertjes, die dat werk verbonden en tezamen begrepen; anderen van de snoertjes of bandjes alleen.
Copyright information for DutSVVA