1 Kings 8:1

1Toen vergaderde Salomo de oudsten van Israël, en al de hoofden der stammen, de oversten der vaderen, onder de kinderen Israëls, tot den koning Salomo te Jeruzalem, om de ark des verbonds des Heeren op te brengen uit de stad Davids, dewelke is Sion.
 de oudsten van Israël, Zie Lev 4:15.
,
 hoofden der stammen, Zie Num 1:4, Num 1:16.
,
 der vaderen, Iedere stam der Israëlieten bestond uit zekere huisgezinnen of geslachten, welk elk bijzonder hun opperste vaderen hadden. Benevens deze warenin elken stam hoofdlieden over honderd, over duizend, enz., welker voornaamsten en principalen hier moeten verstaan worden. Vergelijk Exo 18:21; Num 3:24, Num 3:30, Num 3:35; 1Ch 4:38.
,
 tot den koning Dat is, tot hem, naar de manier van spreken der Hebreën. Zie boven, 1Ki 2:19.
,
 op te brengen Te weten, in den tempe; tot denwelken, omdat hij op den berg Moria gebouwd was, men met trappen opklimmen moest.
,
 de stad Davids, Die David gewonnen, betimmerd en bewoond had. Zie boven, 1Ki 2:10.
Copyright information for DutSVVA