1 Kings 8:50

50En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden hebben; en geef hun barmhartigheid voor het aangezicht dergenen, die ze gevangen houden, opdat zij zich hunner ontfermen;
 geef hun Hebreeuws, stel hen, of geef hen ter barmhartigheden; dat is, om ontfermd te worden, of om ontferming te verkrijgen. Zie een bijna gelijke manier van spreken Gen 43:14. De zin is dat God den gevangen Israëlieten zou geven genade en medelijden te vinden in de ogen hunner vijanden, in de plaats van wrede mishandeling en verdrukking. Zie enige vervullingen hiervan Neh 2:2, enz.; Est 10:2-3; Dan 1:9-10, enz.
Copyright information for DutSVVA