1 Samuel 17:49

49En David stak zijn hand in de tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof den Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde.
 trof den Filistijn in zijn voorhoofd; Hebreeuws, sloeg
,
 zodat de steen zonk Dat is, zodat de steen in zijn voorhoofd bleef stekende. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk in het water dopen of inzinken. De zin is: dat de steen zo lichtelijk en zo diep in zijn voorhoofd ging en bleef zitten, alsof hij daarin versmoord en bedekt ware geweest, en dit door de kracht Gods, die met David was.
Copyright information for DutSVVA