1 Samuel 2:13-14

13Want de wijze dier priesters met het volk was, dat, wanneer iemand een offerande offerde, des priesters jongen kwam, terwijl het vlees kookte, met een drietandigen krauwel in zijn hand;
 de wijze dier priesters Hebreeuws, Misphat, het recht; welk woord somtijds een gewoonte of gebruik betekent, niet alleen een goed en prijselijk, maar ook een kwaad en misprijselijk gebruik of wijze.
,
 offerde, Dat is, bracht om geofferd te worden; alzo vs.15.
14En sloeg in de teile, of in den ketel, of in de pan, of in den pot; al wat de krauwel optrok, dat nam de priester voor zich. Alzo deden zij aan al de Israëlieten, die te Silo kwamen.
 al wat de krauwel optrok, God had den priesters zekere delen of stukken der beesten, die geofferd werden, tot hun spijs gegeven; te weten, de borst en den rechterschouder, Exo 29:27-28, en Lev 7:31-33, maar zij mochten niet nemen wat hun beliefde, of wat de gaffel hun gaaf; ook moest het deel, hetwelk den priesters toekwam, eerst voor den Heere opgeheven en bewogen worden; Lev 7:34.
,
 voor zich Of, daarmede; te weten, met den krauwel.
,
 al de Israëlieten, Hebreeuws, al Israël.
Copyright information for DutSVVA