1 Samuel 28:6

6En Saul vraagde den Heere; maar de Heere antwoordde hem niet; noch door dromen, noch door de urim, noch door de profeten.
 vraagde den HEERE; Te weten, door enigen profeet, want Abjathar was dezen tijd bij David, met den efod, waar de urim en thummim, door welke men den Heere vraagde, in waren. Zie boven, 1Sa 23:6, en 1Sa 30:7.
,
 noch door In het Hebreeuws staat voor noch driemaal ook. Waarop men moet verstaan het woordje niet, uit het voorgaande, hetwelk tezamen zoveel is als noch
,
 dromen, Zie Num 12:6.
,
 de urim, Zie Num 27:21.
,
 door de profeten Dat is, noch door gewoonlijke, noch op een bijzondere wijze.
Copyright information for DutSVVA