1 Samuel 3:3

3En Samuël zich ook nedergelegd had, eer de lampe Gods uitgedaan werd, in den tempel des Heeren, waar de ark Gods was,
 de lampe Gods uitgedaan werd, Hij spreekt van de lamp, die op den gouden kandelaar stond, die den gansen nacht van den avond tot aan den morgen moest branden, dan bluste men dezelve uit; Exo 27:21; Lev 24:3; 2Ch 13:11.
,
 den tempel des HEEREN, Dat is, in een van de kamertjes nabij of omtrent den tabernakel, want de tempel was in dezen tijd nog niet gebouwd.
Copyright information for DutSVVA