1 Samuel 30:1

1Het geschiedde nu, als David en zijn mannen den derden dag te Ziklag kwamen, dat de Amalekieten in het zuiden en te Ziklag ingevallen waren, en Ziklag geslagen, en dezelve met vuur verbrand hadden;
 den derden dag Te weten, nadat David uit het leger der Filistijnen gescheiden was, want zo ver lag wel het leger der Filistijnen [waar David met zijn mannen geweest was] van de stad Ziklag, gelijk af te nemen is uit 2Sa 1:2.
,
 de Amalekieten Versta, de overgebleven Amalekieten, die ontkomen waren toen Saul die sloeg, 1Sa 15:7. Of dit is te verstaan van de Amalekieten, die ergens in een andere streek of hoek lands woonden dan die, welke door Saul zijn uitgeroeid. Dezen hebben hun ouden haat tegen de Israëlieten getoond.
,
 geslagen, Dat is, geruïneerd en de inwoners kwalijk gehandeld. Zie Eze 33:21.
Copyright information for DutSVVA