1 Samuel 5:1-2
1De Filistijnen nu namen de ark Gods, en zij brachten ze van Eben-haezer tot Asdod. ▼
,
▼▼ Asdod Deze stad wordt
Act 8:40 genoemd Azotus. Zij is geweest een van de voornaamste steden der Filistijnen, in welke ten tijde van Jozua reuzen woonden;
Jos 11:22.
2En de Filistijnen namen de ark Gods, en zij brachten ze in het huis van Dagon, en stelden ze bij Dagon. ▼▼ in het huis van Dagon, Dat is, in den tempel van den afgod Dagon; zie
Jdg 16:23. Dit deden de Filistijnen tot een teken van victorie, die zij meenden door de hulp van dezen hun god verkregen te hebben.