1 Samuel 7:6

6En zij werden vergaderd te Mizpa, en zij schepten water, en goten het uit voor het aangezicht des Heeren; en zij vastten te dien dage, en zeiden aldaar: Wij hebben tegen den Heere gezondigd. Alzo richtte Samuël de kinderen Israëls te Mizpa.
 goten het uit Tot een teken dat zij hun harten, [van zonden gewassen en gereinigd zijnde] uitgoten voor den Heere. Zie dergelijk 1Sa 1:15. De zin is: zij riepen den Heere van harte aan om verlossing. Daartoe was ook hun vasten behorende.
,
 richtte Samuël Dat is, hij regeerde hen, en hij bracht hen door zijn goede vermaning tot bekering. Zie de aantekeningen op Jdg 2:16.
Copyright information for DutSVVA