1 Thessalonians 2:3-4
3Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding, noch uit onreinigheid, noch met bedrog; ▼▼ onze Namelijk om u tot de gehoorzaamheid van het Evangelie van Christus te brengen.
,
▼
,
▼
,
▼ 4Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. ▼
,
▼
,
▼▼ harten Het woord beproeven wordt hier een weinig anders genomen dan hiervoren, namelijk voor onderzoeken of kennen, gelijk de oprechtheid des gouds door vuur beproefd en gekeurd wordt.
Copyright information for
DutSVVA