1 Thessalonians 2:4

4Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft.
 beproefd Dat is, bekwaam gekeurd, of geacht zijn, dat is, proefbaar of bekwaam gemaakt zijn. Zie Act 9:15; 2Co 3:5, 2Co 3:6; Gal 1:15, Gal 1:16, enz.
,
 toebetrouwd Dat is, bevolen, of bij ons in bewaring gelegd worden, om hetzelve naar Gods wil aan anderen uit te delen. Zie 1Co 4:1, 1Co 4:2; 2Co 5:19; 1Ti 1:11.
,
 harten Het woord beproeven wordt hier een weinig anders genomen dan hiervoren, namelijk voor onderzoeken of kennen, gelijk de oprechtheid des gouds door vuur beproefd en gekeurd wordt.
Copyright information for DutSVVA