1 Timothy 1:20

20Onder welken is Hymeneüs en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.
 Alexander, die ik Velen menen, dat deze dezelfde Alexander is, waarvan gesproken wordt Act 19:33, hetwelk evenwel niet vaststaat. Doch dewijl hij hier bij Hymeneus wordt gesteld, zo moet hij ook aan dezelfde dwalingen en lasteringen schuldig zijn geweest, waarvan deze Hymeneus door Paulus beschuldigd wordt, 2Ti 2:18; namelijk dat hij de opstanding der doden loochende.
,
 den satan overgegeven Namelijk door den Kerkelijken ban; zie daarvan nadere verklaring 1Co 5:5.
,
 zouden leren niet meer Dat is, zich beter mochten bedenken en tot erkentenis van hunne dwalingen komen, hetwelk het doel van de Kerkelijke tucht is, gelijk Paulus ook betuigt 1Co 5:5, en 2Th 3:14. Of, zo zij zich niet bekeerden, zij de Kerk Gods te minder schade zouden doen, en door hunne straf een voorbeeld voor andere lasteraars en verleiders zouden zijn. Want het Griekse woord betekent beide, geleerd en getuchtigd te worden.
,
 lasteren Dat is, van de gezonde leer of Goddelijke waarheid kwalijk spreken, gelijk hetzelfde woord blasphemein ook van de leer gebruikt wordt hierna 1Ti 6:1, en Tit 2:5.
Copyright information for DutSVVA