12O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geenkrachttegendezegrotemenigte, die tegen ons komt, en wijwetenniet, watwij doen zullen; maar onze ogen zijn op U. ▼
▼ recht Dat is, zult Gij hen niet straffen? Alzo richten voor straffen, 1Sa 3:13 ; Psa 51:6 ; Eze 24:14 . Vergelijk Gen 15:14 . Aldus vragende, bidt hij dat God straffe.