2 Chronicles 27

1Jotham was vijf en twintig jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jerusa, een dochter van Zadok.
 vijf en twintig Hebreeuws, een zoon van vijf en twintig jaar.
2En hij deed dat recht was in de ogen des Heeren, naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in den tempel des Heeren niet ging; en het volk verdierf zich nog.
 deed dat recht was Te weten, in het voorstaan van den zuiveren godsdienst. Vergelijk boven, 2Ch 26:4 , en zie de aantekening.
,
 in den tempel des HEEREN Te weten, [naar sommiger gevoelen] om zich aldaar nevens andere gelovigen in den heiligen godsdienst te oefenen; hetwelk aldus kan verstaan worden, dat hij het niet liet uit verachting, maar uit enige menselijke zwakheid, omdat zijn vader daar melaats geworden was. Sommigen verstaan dat dit hier tot zijn lof gesproken wordt, dat hij niet in den tempel des Heeren ging om te roken, gelijk zijn vader gedaan had. Zie boven, 2Ch 26:16 .
,
 verdierf zich nog Te weten, door afgoderij, mits te offeren en te roken op de hoogte, gelijk verklaard wordt 2Ki 15:35 .
3Dezelve bouwde de hoge poorten aan het huis des Heeren; hij bouwde ook veel aan den muur van Ofel.
 bouwde Dat is, vernieuwde, vermaakte, sterkte, beterde. Vergelijk boven, 2Ch 11:5 , en de aantekening.
,
 de hoge poorten Zie 2Ki 15:35 .
,
 van Ofel Versta, een deel van de muren van Jeruzalem, zo genoemd omdat het op een heuvel of hoogte stond. Zie onder, 2Ch 33:14 , en Neh 3:26 , en Neh 11:21 .
4Daartoe bouwde hij steden op het gebergte van Juda; en in de wouden bouwde hij burchten en torens.
 burchten en torens Vergelijk boven, 2Ch 17:12 .
5Hij krijgde ook tegen den koning der kinderen Ammons, en had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde jaar hem gaven honderd talenten zilvers, en tien duizend kor tarwe, en tien duizend gerst; dit brachten hem de kinderen Ammons wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.
 talenten zilvers, Zie 1Ki 16:24 .
,
 kor tarwe, Zie van deze maat Lev 27:16 , waar zij een homer genoemd wordt; 1Ki 4:22 , waar zij een kor geheten wordt, gelijk hier.
6Alzo versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht des Heeren, zijns Gods.
 richtte Zie boven, 2Ch 19:3 .
,
 wegen Dat is, aanslagen, voornemen, woorden, daden, manieren van leven. Zie Gen 6:12 , en 1Ki 2:4 , alzo hier in vs.7.
7Het overige nu der geschiedenissen van Jotham, en al zijn krijgen, en zijn wegen, ziet, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Israël en Juda.
 krijgen, Te weten, die de koning van Syrië en de koning Israëls tegen hem gevoerd hebben.
8Hij was vijf en twintig jaren oud, toen hij koning werd; en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem.
 was vijf en twintig Hebreeuws, een zoon van vijf en twintig jaar.
9En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids; en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats.
 stad Davids; Zie 1Ki 2:10 .
Copyright information for DutSVVA