2 Chronicles 29:34

34Doch van de priesteren waren er te weinig, en zij konden al den brandofferen de huid niet aftrekken; daarom hielpen hen hun broederen, de Levieten, totdat het werk geëindigd was, en totdat de andere priesters zich geheiligd hadden; want de Levieten waren rechter van hart, om zich te heiligen, dan de priesteren.
 te weinig, Te weten, om al die offeranden te bereiden, dat is, te slachten, de huid af te trekken, in stukken te delen. Hetwelk eigenlijk was het werk der priesters, Lev 1:5-6 , hoewel daarin gebruikt mocht worden de dienst der Levieten, die den priesters tot hulp bijgevoegd waren.
,
 hielpen Hebreeuws, sterkten.
,
  geheiligd hadden; Zie boven, vs.5.
,
 rechter van hart, Zie Psa 7:11 .
Copyright information for DutSVVA