2 Chronicles 3:1

1En Salomo begon het huis des Heeren te bouwen te Jeruzalem, op den berg Moria, die zijn vader David gewezen was, in de plaats, die David toebereid had, op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet.
  Moria, Dat is, de berg des gezichts, op welken Abraham wat minder dan negen honderd jaren tevoren was bevolen geweest zijn zoon Izak te offeren. Van de reden en den oorsprong dezer benaming, zie Gen 22:2 , Gen 22:8 , Gen 22:14 , en de aantekening daarop.
,
 gewezen was, Namelijk, van den profeet Gad, 2Sa 24:18 ; 1Ch 21:18 , enz. Anders, waar de [HEERE] zijnen vader David verschenen was, te weten, door het vuur, hetwelk uit den hemel gevallen was op het altaar en het offer, waarvan te zien is 1Ch 21:26 .
,
 Ornan, Van welken David deze plaats gekocht had om den tempel daarop te bouwen; 2Sa 24:24 ; 1Ch 21:24-25 .
Copyright information for DutSVVA